Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Unie hebben 24 lidstaten gezamenlijk een oorlogslening verleend aan een land buiten de Unie. Dit is geen technisch detail, maar een kwalitatieve verschuiving. De logica van een lening is duidelijk: wie geld uitleent, wil het terug. In dit geval is de terugbetaling niet gekoppeld aan economische groei of stabilisatie, maar aan militaire overwinning. Om dit geld ooit terug te krijgen, zou Rusland verslagen moeten worden. Dat is niet de logica van vrede, maar de logica van oorlog. Een oorlogslening maakt onvermijdelijk dat de financiers geïnteresseerd zijn in de voortzetting en escalatie van het conflict, omdat een nederlaag ook een financiële verlies zou betekenen. Vanaf dit moment praten we niet langer alleen over politieke of morele beslissingen, maar over harde financiële beperkingen die Europa in één richting duwen: de oorlog in. De Brusselse oorlogslogica intensifieert daarom. Het vertraagt niet, het verlicht niet, maar wordt geïnstitutionaliseerd. Het risico is vandaag de dag groter dan ooit, omdat de voortzetting van de oorlog nu gekoppeld is aan een financieel belang. Hongarije stapt opzettelijk niet op dit gevaarlijke pad. We nemen niet deel aan initiatieven die deelnemers geïnteresseerd maken in het verlengen van de oorlog. We zijn niet op zoek naar een snelle weg naar oorlog, maar naar een uitgang naar vrede. Dit is geen isolationisme, maar strategische nuchterheid. Dit is in het belang van Hongarije en op de lange termijn ook in het belang van Europa.